Antipestprogramma’s en de eerste antipestkliniek van Nederland
Iedere school in het primair en voortgezet onderwijs dient beleid te voeren gericht op het voorkomen, aanpakken en tegengaan van pesten. Kwalitatief goede antipestprogramma’s zijn voor de meerderheid van de pestslachtoffers effectief. Maar voor een kleine groep slachtoffers pakt zo’n antipestprogramma averechts uit. Er is maatwerk nodig om pesten in het onderwijs voor alle leerlingen te stoppen. Een antipestkliniek biedt mogelijkheden voor specialistische hulp buiten de onderwijssetting.
In gesprek met:
- Ron Scholte, hoogleraar orthopedagogiek aan de Radboud Universiteit Nijmegen en opleidingsdirecteur pedagogische wetenschappen en onderwijswetenschappen.
- Minne Fekkes, bijzonder hoogleraar sociale vaardigheden en weerbaarheid verbonden aan de Universiteit van Amsterdam en onderzoeksinstituut TNO.
- Ans van der Borst-Nijenhuis, adviseur preventie en gezondheid bij GGD West-Brabant en PRIMA- trainer.
- René Veenstra is hoogleraar sociologie aan de Rijksuniversiteit Groningen en doet onderzoek naar de ontwikkeling van prosociaal en antisociaal gedrag, vriendschapsrelaties, pesten en sociale netwerken.
- Esmée van der Veer is leerkracht en mede-coördinator van KiVa bij openbare IKC het Groene Hart (275 leerlingen) in Zuidwolde.
- Vincent Blokker is directeur van de Augustinusschool (245 leerlingen) in Hilversum.
- Tamara de Goey-Coolen is pedagoog en specialist Meidenvenijn.
- Bas Bouwman, leerkracht groep 8 van OBS De Molenakker (400 leerlingen) in Weert.
- Marijke Keur is directeur van de eerste Nederlandse antipestkliniek Grutz (Fries voor trots) in Leeuwarden.
Coververhaal MR magazine, uitgever Wolters Kluwer.
